Willy Drie (8)

Een kalf aan een touwtje werkt. Voor geen meter.
Willy Drie kiest liever zijn eigen weg.

Nee Inge, Willy Drie bepaalt zijn eigen koers.

En dat betekent: de tuin verkennen.
Een sprintje trekken.
Het vogelvoederhuisje inspecteren.
De achterpotencheck. Yep!
Het dutje in het gras.
Willy Drie, plus Heidegger que Heidegger lui-même: geworpen in een bepaalde omgeving die hij niet zelf heeft uitgekozen, maar zichzelf vooruit in de hartstochtelijke overtuiging dat hij zijn eigen leven vormgeeft. Knap kind!

Willy Drie (7)


Overbuurman Rients (boer in ruste) vertelde dat hij één keer in het circus een act met een koe heeft gezien. Rients dacht toen 'die dompteur kan er echt wat van,' want runderen hebben niets met gehoorzamen en kalfjes zijn al helemaal nog niet bekend met het concept. Wat dat betreft is Willy Drie een rund in hart en nieren.

Ondertussen was het vanmiddag zulk mooi weer dat we vonden dat Willy Drie wel even naar buiten kon.  'Meelopen' is nog niet erg zijn ding, maar hij volgt je wel als je hij op je vingers mag sabbelen. Voor een kalverhalster is zijn kop nog te klein en om hem bij noodgevallen nog ergens aan vast te kunnen grijpen kreeg hij Quincy's rode hondenhalsband om. Voor de gelegenheid en de groeigrafieken is Inge met Willy Drie op de weegschaal gestapt: Willy's aandeel in het gewicht is 23 kg.

Toen was het tijd om met Feye kennis te maken. Feye's hoofd  weegt meer dan de hele Willy Drie, maar Feye heeft gelukkig een heel vriendelijke karakter. Kalf en paard besnuffelden elkaar belangstellend en Feye bleef de hele tijd dat Willy Drie op het gras ronddartelde geïnteresseerd kijken.

Willy Drie (6)

Waar het hart vol van is..  Willly Drie is nu bijna een week in Woudsend en ik kan nu wel zeggen: het is een pittig dingetje. Natuurlijk slaapt hij als prematuurtje heel erg veel, maar als hij door krijgt dat er MELK in de buurt is, raakt hij door het dolle heen. Dan danst hij door zijn hokje, gul kopstoten uitdelend aan alles wat voorhanden is. Als je hem boven op zijn kopje klopt, opent hij zijn bekje om de speen te ontvangen. Nee, niet ontvangen - hij zoekt er zelf naar. Meer op de tast dan op het zicht, maar hij weet de speen snel genoeg te vinden.
Zelf ben ik niet zo op melk, maar ik had mij niet gerealiseerd dat mijn favoriete uitspraak 'Melk is voor kalfjes,' zo ontzettend van toepassing is op Willy Drie. Het is zijn brandstof. Hij is ervan afhankelijk wil hij overleven. Het is prioriteit nummer 1. Hechting aan de persoon die het melkflesje vasthoudt, is geen prioriteit. Melk! Melk! Melk!
Als het flesje leeg is - hij drinkt een liter in drie minuten op - stuitert hij nog even door het hok op zoek naar meer speen. En hij tilt zijn staartje op en poept. En daarna kalmeert hij en gaat weer slapen. Zijn leven is erg overzichtelijk.

Willy Drie (5)

De komst van Willy Drie heeft veel losgemaakt in de meestal rustige paardenstal. In de middelste box hebben we met twee schotjes een veilig plek voor de zuigeling gemaakt. Willy Drie heeft dus aan twee kanten buren: aan de ene kant (op de foto links) woont Feye, aan de andere kant woont Melvin. Deze foto geeft hun karakters goed weer. Feye vindt het wel interessant. Hij komt even kijken wat daar onder de rode lamp aan de hand is. Willy Drie merkt daar helemaal niets van.

En Willy Drie heeft ook geen idee wat zijn komst allemaal teweeg brengt bij Melvin. Hij weet nog niet eens wie Melvin is. Maar Melvin is helemaal van slag. Hij vindt het Doodeng. Hij springt van schrik weg als er ook nog geluid uit het enge hokje komt. Dan gaat hij in zijn eigen ruime box zo ver mogelijk van het enge plekje staan. Hoofd in de hoek, kont naar het enge hokje gericht, oren op standje Ongelukkig. Klaar om te vluchten. Maar waarheen?

Willy Drie (4)

Willy Drie in de armen van de boer. Zijn nieuwe hokje is klaar: in de middelste paardenstal hebben we met schotten een veilige ruimte gemaakt met warmtelamp en veel stro. Zojuist heeft hij zijn gele oorhangers gekregen. Met een gaatjestang prikte de boer een gaatje in het oor en maakte toen Klik! het oormerk vast. Ene oor, andere oor. Willy Drie onderging het spartelend, maar zonder te loeien.

Ik klim op de oude hondenmatras in de laadruimte van het busje en krijg Willy Drie in mijn armen gelegd. Onderweg naar huis ligt hij, wat confuus en niet geheel vrijwillig, op mijn schoot. Hij poept goudgele poep, waarvan ik het meeste kan opvangen in een oude handdoek. Het stinkt als een oordeel. 'Een raampje open!' roep ik kokhalzend naar Inge. 'Snel!'

Als we thuis zijn, tilt Inge Willy Drie uit mijn armen en draagt hem naar de stal. Ik hol vooruit om de deuren op te doen. Willy Drie staat wankel op zijn pootjes maar hij stáát erop en verkent zijn hokje. Af en toe schudt hij zijn geoormerkte oren.

Wij lezen de gebruiksaanwijzing van de Provimel: één deel melkpoeder op zeven delen water, waarvan twee derde deel van het water 55 graden Celsius moet zijn en een derde kouder om de temperatuur van de melk tussen de 40 en 42 graden te krijgen. Het koelt erg snel af - ik spoel het 2-liter speenflesje met heet water om de boel wat langer warm te houden.

Willy Drie heeft tot nu toe echte koeienmelk gehad, dit is zijn eerste kunstmelk. Ook de speen is nieuwe voor hem, want groter dan hij gewend is. Het is even zoeken, maar hij heeft het vrij snel door. De eerste halve liter gaat er uiteindelijk in als Gods woord in een ouderling. Af en toe raakt hij de speen even kwijt, een keer duwt hij zijn neus in mijn haren, en een keer zoekt zijn neus mijn boezem - nee, daar vind je het niet - maar verder gaat het prima. Inge constateert tevreden dat hij zijn tong keurig om de speen legt.

Voorlopig krijgt Willy Drie drie liter melk per dag, verdeeld over vijf keer. Ik maak een schemaatje: de eerste voeding om zeven uur 's ochtends, dan om twaalf uur, vijf uur, half negen en om middernacht de laatste voeding van die dag.

Als ik door het huis loop, realiseer ik me dat er een beetje een weeïge lucht om mij heen hangt. Handen wassen. Niet afdoende. Schone broek aan. Hals met zeep afnemen. Beter. Volgende keer doe ik een overall aan voor ik aan het flesjesritueel begin.

WIlly Drie (3)

Op de valkreep kopen we bij Bosma nog een zuigfles van twee liter en een speen-emmer. Ik had nog nooit van een speen-emmer gehoord, het lijkt wel of we een seksspeeltje hebben gekocht zonder gebruiksaanwijzing.
Ik laat de foto aan Vinnie zien, die zegt dat de zuigfles verdacht veel weg heeft van een klisteerspuit. Vinnie verkeert niet veel in boerenkringen. Maar door die opmerking zien de objecten op deze foto er nu wel helemaal als een wonderlijk setje uit. Terwijl het voor de kleine Willy Drie essentiële hulpmiddelen zijn om zijn melk binnen te krijgen.

Geen tijd voor verdere overpeinzingen. De babykamer-annex-couveuse moet in orde gemaakt worden. En dan naar de boerderij, Willy Drie halen.

Willy Drie (2)


Ik bel de Gezondheidsdienst voor Dieren. Een vriendelijke dame zegt dat ik een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) nodig heb om een rund te houden. 'Dat moet u aanvragen bij de dienstregelingen van het ELI'.

'???'

'Bij de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie.'

Ik bel de DR van het ELI en worstel mij middels een keuzemenu langs pacht, mestbeleid, vervoersbewijzen, spuitlicenties, subsidies, bedrijfstoeslagen, subsidies, natuurvergunningen en -ontheffingen en visserij. Ik ga uiteindelijk voor toets 3: dierregistratie, -ziekte en -welzijn.

'Mag ik uw relatienummer?' vraagt de aardige mevrouw voor de dierregistratie.

Ik beken dat ik nog geen relatienummer heb.

'Dan verbind ik u door met de Afdeling Relatiebeheer.'

Ik geef een sympathieke meneer mijn BSN - mijn burgerservicenummer dus. Hij voorspelt dat ik de komende 2 1/2 week vier keer post van hem ga krijgen: enveloppen met daarin mijn relatienummer, login-gegevens, TAN-codes en nog wat andere dingen die ik alweer vergeten ben. Daarmee kan ik via de website van de DR mijn UBN aanvragen. En op dat UBN kan ik Willy 3 laten registreren. (Ik ben beland in een wereld van afkortingen. Misschien moet het stiertje W-3 heten?). Dit hele gedoe staat trouwens los van de lelijke gele plaatjes met zwarte nummers die W-3 in zijn oren krijgt voordat hij zondag de boerderij verlaat. Dát is de registratie van het rund. Dít is de registratie van de runderbazin.

Tussendoor belt tante Katja mij met een vraag over kattenkrabkarton waaraan haar Snorretje dringend behoefte heeft. Ik vertel haar over Willy 3 en ze vraagt spontaan of ze voor beschuit met muisjes mag zorgen.

Terwijl ik mij op met de bureaucratische kant van de adoptie bezig houd, heeft Inge niet stilgezeten. Zondag gaan we W-3 ophalen en dan moet er wel iets te nasjen zijn voor de kleine.
Zij heeft bij de Welkoop een maatbeker, een emmer en voor 200 liter kunstmelkpoeder aangeschaft.
En een thermometer:





Willy Drie (1)


Het begon vanochtend met een berichtje van Inge op mijn iPhone:
'Wil je dit kalfje grootbrengen?' met daarbij deze foto:


Een kiekje van een kalfje. Als dit een grap is, wil ik mij niet laten kennen. En als het serieus is dan is dit aanbod te mooi om te laten gaan.

'Tuurlijk,' sms ik terug. 'Hoe heet zij (hij)?'

En 5 seconden later stuur ik daar behulpzaam achter aan: 'Wat dacht je van Willy 2?'

Mijn moeder heet ook Willy. Maar Willy 2 moet eigenlijk Willy 3 heten, want ik heb ook een leuke nicht die Willy heet. Willy 3 dus.

Willy 3 blijkt een stiertje te zijn. Hij weegt ruim 15 kilo en is vijf dagen geleden geboren, drie weken te vroeg. Zijn tweelingbroertje overleefde de bevalling niet en Willy 3's toekomst is somber: stiertjes zijn voor de slacht. Maar Willy 3 is zo klein dat dat de moeite niet is. De boer weet eigenlijk niet wat hij ermee moet. Naar de kinderboerderij misschien? Maar Willy 3 moet om de 6 uur een flesje melk hebben, anders gaat hij schreeuwen dat horen en zien je vergaan. Op de kinderboerderij werken de gehandicapten alleen overdag.

Daarop stuurt Inge mij haar berichtje.

Willy 3 overleeft nu onder een warmtelamp. Als hij blijft leven zal hij vreselijk veel eten en ontzettend groot worden. En hij moet op een gegeven moment gecastreerd om handelbaar te blijven. Wat voor karakter zou hij hebben? Als hij een slecht karakter heeft, kunnen we hem altijd nog opeten. 'Als hij een goed karakter heeft ook,' zegt Inge praktisch. Daar wil ik niet aan denken. Misschien hebben we mazzel en groeit Willy 3 uit tot een goeiige kamervullende os van 1000 kilo. Misschien kunnen we met hem uit rijden gaan in een ossenkar! Hij ervoor, ik op de bok. Ik begin me nu al aan hem te hechten.

'We kunnen 'm leren om een kar te trekken!' sms ik naar Inge. Die belt terug en zegt dat ik eerst maar eens de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer moet bellen. Een rund mag je niet zomaar in huis nemen. En dan houdt ze de hoorn bij de het hokje van Willy 3 en hoor ik hem klagelijk loeien.


Balkon is er klaar voor. Nu de lente nog.

Weer net gemist

Mevrouw Gül en ik lopen elkaar voortdurend mis tijdens dit staatsbezoek. De dag hiervoor keek ik op de Vijzelstraat vanuit het raam van SIT en daar zoefde de zwarte limo van het Turks presidentieel stel langs. Turks vlaggetje wapperde in de wind en ze werden achtervolgd door veel lange donkerblauwe auto's en busjes met ME, op weg naar het Gemeentearchief.
De dag daarna loop ik ze net mis op de Dam. Hun krans lag op bij het monument, maar het echtpaar Gül zat alweer in het Koninklijk Paleis.

Toch nog een beetje Amsterdammer

Hoewel geboren in Sint Michielsgestel en ondertussen bijna getransformeerd tot Fries, beschikt Chucky nog steeds over de eigenschappen die ook het devies van de stad Amsterdam zijn: Heldhaftig. Vastberaden. Barmhartig.

Heldhaftig
Vastberaden
Barmhartig
 

Wat deed je met de paasdagen?

De bron:  uitzicht vanaf de 4e etage De Wittenkade op de Jacob Catskade, kort na zonsondergang. Rechts zijn de bomen van het Frederik Hendrikplantsoen zichtbaar. Het uitzicht heb ik los uit de hand gefotografeerd met de iPhone, om het  in de computer weer tot panorama samen te voegen. Toen gepimpt tot het printwaardig was (deze afbeelding). Daarna is het bij Appeltje-P op linnen afgedrukt.
Twee ravioli-deegrollers (14 cm rol en 2 x 4 cm voor de handvatten) van kookwinkel Duikelman in de Ferdinand Bolstraat. De gleufjes zijn er met een klein slijptolletje ingedremeld, na enig oefenen op een stukje bezemsteel.
Panorama (op linnen geprint) tussen de rollen
Dit uitzicht is nu altijd bij de hand.
Ook voor onderweg in tot reiskistje omgebouwde 1-vaks wijnkist met schuifdeksel.

Remember in Green

Zaterdag 31 maart is 'Elisabeth plantdag'. Dat is een raar idee als je er nog nooit van gehoord hebt, dus daar gaat-ie: Remember in Green is een organisatie in Nieuwveen, onder de rook van Schiphol. Ze zitten in een kas, en wat zij doen is jonge bomen opkweken met as die anders in een urn op de schoorsteenmantel zou staat te verstoffen. Of die wordt verspreid in de duinen of een weitje. Nu groeit er een boom met de voedingsstoffen die in de as zit van een overledene.

Wij kwamen bij elkaar om de as van Elisabeth te mixen met arme, veenrijke grond waarop maar liefst twee bomen gaan groeien - Platanen. De beginfase (ontvangst met koffie) sla ik even over. Hier is waar je eigenlijk voor bij elkaar komt: een jonge boom planten. Of twee.

Alle as door de aarde mengen is teveel voeding. De as wordt afgewogen. De benodigde hoeveelheid hangt af van het soort boom en de grootte van de kluit en de kuip.
De afgewogen hoeveelheid as wordt gemengd met de (voedingsarme, luchtige) aarde. Dat mag je lekker zelf doen.
Dit is de mengkas. Buiten beeld zijn de chansons van Barbara en de (nog zwakke) geur van lavendel.
Hovenier Danny van Ramshorst van Remember in Green zet de eerste plataan in de eerste kuip gemaakt van kokosvezels.  

Het boompje staat in de pot en het as/aardemengsel kan erbij.

Dit is een ander boompje, maar uiteindelijk komt de kokoskuip in een waterdichte plastic kuip en aangesloten op het irrigatie systeem.
In de kas ernaast worden de jonge boompjes opgekweekt tot zo ongeveer 9 maanden oud zijn. Dan is alle voeding opgenomen en kan het boompje op zijn definitieve bestemming worden geplant. Het mag ook wat langer duren: Elisabeth zal over bijna 1 jaar, op haar verjaardag, worden geplant in de Dordogne en op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Wél op een begraafplaats, maar slechts ten dele onder de groene zoden. Het zou veel leuker zijn, als ze er nog gewoon was. Maar aangezien dat niet meer kan, is dit een prettige gedachte.