A Room With a View


De schemering valt maar het is nog licht genoeg om te kunnen zien dat de stadsvernieuwing de eerste ferme klappen aan het uitdelen is: de binnenkant (van 'interieurs' kun je nu niet meer spreken) van de flat aan de rechterzijde wordt gestript.

Een paar straten verderop is het proces bijna klaar. Nog even en de Ottho Heldringstraat kan weer open voor alle verkeer. Het ziet er vergeleken met een aantal jaren geleden goed uit; ik hoop dat ik dat straks ook van dit uitzicht zal kunnen zeggen. Voorlopig word je er niet echt vrolijk van. Wordt Vervolgd!

Wina

Wina heeft chronische rugklachten die niet meer te verhelpen zijn. Dat betekent - tot groot verdriet van de eigenaar - dat het doek voor Wina gaat vallen. Deze foto is onderdeel van een serie voor de herinnering straks aan een beeldschoon paard met een lief karakter.

Verdwaald. Almere Poort

Almere Poort - als je er niet moet zijn, zul je het nooit aanschouwen. Hier mag iedereen zijn eigen huis bouwen. Per veld zijn alle kavels even breed, maar verder mag je doen wat je wilt. De directe weg naar de Oostvaardersplassen was afgesloten en de omleiding leidde tot de ontdekking van een voor mij nieuwe biotoop. 

Plesmanlaan

Achter de Plesmanlaan begint de boel inmiddels aardig te verrommelen:  de binnenkant van de appartementen is aan inmiddels gestript. De konijnen huppelen tussen de naar beneden geworpen planken. Omdat het nu 's avonds ook langer licht is, wordt het makkelijker om het vast te leggen. Binnenkort verwacht ik de bandensporen van het zwaar materiaal te zullen zien.  

Nieuw Bedje


Het witte bedje was niet meer te krijgen, het bruine bedje sleet zijn dagen ongebruikt en ongeliefd op het Amsterdams balkon. Nu hangt het, van roest en vuil ontdaan, aan de radiator in Friesland. Het lijkt me instant hit.

Het Loerende Mannetje


(Als je op het plaatje klikt, gaat het kloppen)

We zitten in een het Lucas ziekenhuis, wachtend op het echofilmpje van haar hart - onderzoek naar mogelijk hartfalen. Dat is dat je hart het zuurstofrijke bloed niet meer goed rondpompt, zodat je koude voeten, koude handen, een koude neus krijgt. En in een gesprek snel buiten adem raakt. We wachten op onze beurt. Mijn moeder doet, om de tijd te verdrijven, het Loerende Mannetje na. Ze doet het goed.

Het komt zo.

Mijn ouders zitten in het Verpleegtehuis. De meeste mensen van hun afdeling zitten overdag in de Huiskamer. Het is niet mijn idee van een huiskamer, het doet mij denken aan een parkeerterrein voor menselijk wrakhout - al klinkt dat onbarmhartiger dan het bedoeld is. Maar ik ben blij ben dat mijn ouders in hun eigen kamer leven. Daarin staan wat eigen meubels - stoelen, kasten, schilderijen, het digitale fotolijstje, de Friese staartklok, boeken, platen, cd's en de onvermijdelijke oudemansvriend: televisie. Ze hebben er een eigen plek.

Elke dag, tegen twaalf uur 's middags, gaan mijn ouders naar de huiskamer voor het middageten. Daar heeft iedereen zijn vaste plaats. Mijn ouders hebben een plek aan de mannentafel toegewezen gekregen. Echtparen zijn in het Verpleegtehuis als witte raven: er zijn zoveel meer vrouwen dan mannen, dat er maar één tafel met mannen is - aan alle andere zitten vrouwen.  Mijn ouders - gemengd stel, in deze context - zijn aan de mannentafel geplaatst. Anders zou mijn vader zo heel erg tussen vrouwen zitten. Nu zit mijn moeder tussen de mannen.

De mannen negeren haar. Is het een stil verzet? Een onuitgesproken maar volmondig Nee! van mannen die geen inbreng hebben in een tafelgesprek dat sowieso niet meer gevoerd wordt? Op deze plek, waar de helft van de aanwezigen door een beroerte, de rest door dementie getroffen is, kom je daar niet meer achter. Maar hoe dan ook, op het Goedenmiddag van mijn moeder aan de heren krijgt ze geen antwoord. En zij negeer zij de mannen daarom ook. De middagmaaltijd wordt in stilte genoten. 'Ik negeer hem,' zegt mijn moeder over het Loerende Mannetje. 'En hij negeert mij.' Maar dat kan niet waar zijn. Want ze kan hem heel goed nadoen.

Ht klopt ook al niet omdat mijn vader het loerende mannetje ooit, bij de kennismaking, de hand heeft geschud. De hand geschud! Dat schept een band. Háár negeert hij, maar volgens mijn moeder is mijn vader sinds het handenschudden voor het loerende mannetje een held. Een rolmodel. Af en toe hangt hij in zijn rolstoel voor de deur van hun kamer en kijkt verlangend naar binnen. 'Je laat hem er níet in,' sist mijn moeder dan. En het verplegend personeel schiet te hulp. 'Nee meneer, u mag hier niet naar binnen. Uw kamer is dáár, verderop.' En zo wordt hij weggeloodst.

We zijn in het Lucas. Het is het tijd voor de echo van het hart. Dat klopt. Regelmatig. Gestaag. Al 91 jaar. Still going strong.

Verboden aan te meren

Kat op het ijs.  Ik krijg nu al nachtmerries over verschrikkelijke verdrinkingsdoden als het straks gaat dooien. Een sprintje naar wat meerkoeten die in een wak op het zwarte water dobberen...   kat glijdt door, verdwijnt onder het ijs...  Chicky blijft als weesje achter.... en dan wordt ik zwetend wakker.

Voorlopig valt het wel mee: het ijs is dik genoeg om een personenauto te dragen. En Chucky zit nu te mauwen voor de deur van de sauna. Warmte bevalt hem nog altijd beter.

Arreslee races in Gaasterland






Arreslee racen in Gaasterland: fraai winterweer, kleurig opgetuigde paarden, een startmeester in beige jas,  veel bontmutsen en baarden (wel zo praktisch, bij deze temperaturen) en een defilé van de deelnemende aanspanningen.

De Kamer


Inmiddels heeft het bureautje van Adriaan gezelschap gekregen van de prullenbak van Hanneke (uit Alkmaar), de beddensprei van Willie en Egbert (uit Beekbergen) en de stoel van De Liefde (uit Bemmel). De platenspeler is een bijkomstige bonus - authentiek maar helaas lijkt de opwindveer gebroken. Wellicht kan broer dit fixen?
Het kleed moet nog vervangen maar er is geen haast. Er is ruimte voor meer passende prenten aan de muur - niet in de zin van andere maar van meer.
De kamer raakt steeds verder aangekleed. Dit is een leuk spelletje.

Thema


Leuk is dat, zo'n eureka-momentje. Wat eraan vooraf ging: Ik reed in mijn auto langs de duinen ergens bij Egmond en zag in een flits een door de late middagzon beschenen Schotse hooglander boven op een duin. Wow. Ik pleurde de auto langs de weg en holde het duin op, camera in de aanslag. Toen ik vlakbij kwam stond de koe in de schaduw te grazen.

Ik wachtte geduldig in de snijdend koude wind t0t de koe - of een van haar twee vriendjes - weer in het fraaie strijklicht zou gaan staan, met het desolate duinlandschap als achtergrond. Wel hinderlijk dat er links van die lelijke flatgebouwen stonden. Jammer ook dat de zon steeds verder zakte en de kans dat er een zonnestraal op een koeienkop zou vallen steeds kleiner werd. En dan - weer een beest op mijn blog? Schapen, honden, katten, paarden en nou weer een koe - maar ik ben geen natuurfotograaf. Dat is niet echt mijn ding. Onbevredigd kleumde ik terug naar de auto.

Komt het eureka-momentje - vanavond in café Rosereijn. Ik realiseerde me daar opeens dat ik regelmatig foto's maak waarin beesten in een door de mens gemaakte, gecultiveerde omgeving zijn. Ik zou het zelfs wel een soort thema kunnen noemen. Dus die lelijke gebouwen, die horen er bij. Eenmaal thuis: snel kijken of ik überhaupt foto's heb waar de huizen op staan. Dat bleek er eentje te zijn - deze. Nu klopt het beeld opeens wel. En wat zie ik daar: op één koeienkont schijnt warempel nog een heel klein beetje zon.