Posts tonen met het label Australie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Australie. Alle posts tonen

Gedierte (5)




Terwijl de Hensjes zich vermaakten in de Shoalhaven rivier, zat ik op mijn hurken bij een grote witte steen. De kikker die wegsprong toen ik aan kwam lopen had precies de kleur van de die steen. Maar toen hij in het water sprong, kleurde hij mee met de achtergrond en werd hij groenig bruin. Of het kwam doordat hij nat werd of doordat hij zelf ook van kleur veranderde weet ik niet. Er was nauwelijks tijd om hem te bekijken want hij zocht meteen dekking onder steen.

Toen begon het Grote Wachten. De kikker ging zo op in zijn omgeving dat ik af en toe twijfelde of hij er nog wel zat. Tot hij na een minuut of tien bewoog (zo lang is dat Grote Wachten dus ook weer niet, maar het voelt lang als je op je hurken zit). Uiteindelijk kwam hij weer tevoorschijn en toonde zijn prachtige gouden oogleden.

Gedierte (3)






In de categorie Vogels wint hij het qua persoonlijkheid van alle andere, zelfs van de kookaburra: de emoe. Na de struisvogel is de emoe de grootste nog levende vogelsoort en de grootste van Australië. De foto's hierboven zijn van dierentuin emoes, die bliksemsnel - en ik bedoel echt: bliksemsnel! - de door de dierentuin speciaal hiervoor aangeboden biscuitjes uit je handen rukten. Die ogen! Die doordringende blik waarmee ze je aankijken en die lijken te zeggen: ik ken jou soort. Pas op. Ik hou je in het snotje. Pas op.

Maar we hebben ook een emoe in het wild gezien. In Western Australia, in Nambung National Park. Daar is een gebied dat de Pinnacles heet en vol staat met formaties van kalksteen (limestone). Heel mooi en een tikje surrealistisch. Tegen zonsondergang rende er opeens een emoe door het beeld. Heel hard, met grote stappen. Ik denk niet dat die voor een biscuitje zelfs maar zou afremmen.

Gedierte (2)





Bushwalking 40 km ten zuiden van Bradwood, tussen The Big Hole en Marble Arch. Inge liep voorop, ik liep achter haar. Tussen ons in glipte deze slang over het pad en nestelde zich in een bosje hoog dik gras, alwaar hij ons met oplettende glimoogjes waakzaam observeerde. Wij liepen voorzichtig en in een wijde boog om hem heen en bekeken hem van veilige afstand. De slang keek terug met pientere oogjes en een platte nek. Hij was prachtig en doodeng. Na een tijdje gleed hij over het pad het bos weer in. Ik schat dat hij tussen de 1,2 en 1,5 meter lang was, maar dat heb ik, lafaard, niet kunnen verifieren.

De discussie over wat voor slang dit kan zijn, is nog niet afgesloten: Redbelly Black, (very dark) Brown Snake of iets cobra-achtigs - allemaal tamelijk dodelijk als je niet binnen enkele uren de juiste medische hulp krijgt. Ik droom er niet meer van, maar ik merk dat ik opeens buitengewoon sterk reageer alert ben op alles wat maar een beetje een slang-achtige vorm heeft.

Update: Ik stuurde de foto's ook naar Lawrie, een ranger die we ontmoeten toen we de Wombeyan Caves in de Blue Maintains bezochten. Hij mailde mij vanochtend terug: 'the snake is the RED BELLY BLACK snake (pseudechis porphyriacus) a common snake around water courses. This snake is a mature individual.'



Best Regards Lawrie



Wombeyan Caves

Kanangra Area

Blue Mountains Region

National Parks and Wildlife Service




Gedierte (4)



En dan is er nog de kangoeroe. Deze wonen niet in een dierentuin, maar echt wild zou ik ze ook niet noemen. Ze houden zich graag op in de buurt van campings - daar valt regelmatig het een en ander te bikken. Als je de afwas 's nachts voor de tent laat staan, doen ze graag de pannen voor je.

Gedierte (1)




Na een maand Australie zit onze tijd er bijna op. Het moment valt bijna samen met de jaarwisseling - dat schreeuwt om contemplatie. Vooruit dan maar. Een van de meest bijzondere aspecten van dit land, dit continent - behalve dat er heel veel erg aardige mensen wonen - zijn de dieren die er leven.

Als ik de eindeloze reeks foto's van de afgelopen weken bekijk, maken vooral de dieren indruk. Sommige foto's zijn van acceptabele kwaliteit, andere helemaal niet - waarom zoeken wombat en possum niet overdag naar eten? Maar van allemaal word ik vrolijk. De ogen van de emoe. Het koppie van de kookaburra. De dikke platte nek van de zwarte slang (die laatste vooral omdat er niemand werd gebeten). Het kangaroejong dat vanuit de buidel van zijn moeder met heldere oogjes naar je staart, zijn achterpoot buitenboord hengelend. Ik ben nog niet weg en ik wil nu alweer terug. Opeens begrijp ik waarom je met groot plezier vier uur op een plek stil kunt blijven zitten voor een foto van een beest dat jou nog liever mijdt dan de builenbest.

Al die foto's wil ik allemaal tegelijk op het blog gooien! Grapje. Ik zal het doseren. Deze foto's zijn gemaakt in Coolendel, een kampeerplaats die je alleen bereikt na een lange kronkelende en tamelijk stoffige tocht door de bossen. Volgens onze gastheer Rob hebben de campinghouders halverwege de bewoonde wereld en de camping een bordje neergezet met de tekst: "Don't despair. You're almost there!". Dat heb ik echter gemist, waarschijnlijk door de stofwolken waar we doorheen ploegden.

Maar het water van de Shoalhaven rivier was heerlijk koel. De mensen die zich op de achtergrond van de eerste foto vermaken met van een rots in het water springen, beseften niet dat ze een bijzonder publiek hebben. En ik wist niet dat die beestjes (hoe noemen we ze?) uitstekend konden zwemmen, maar ze peddelden zelf ook door het water met het koppie fier omhoog.