Gedierte (1)
Na een maand Australie zit onze tijd er bijna op. Het moment valt bijna samen met de jaarwisseling - dat schreeuwt om contemplatie. Vooruit dan maar. Een van de meest bijzondere aspecten van dit land, dit continent - behalve dat er heel veel erg aardige mensen wonen - zijn de dieren die er leven.
Als ik de eindeloze reeks foto's van de afgelopen weken bekijk, maken vooral de dieren indruk. Sommige foto's zijn van acceptabele kwaliteit, andere helemaal niet - waarom zoeken wombat en possum niet overdag naar eten? Maar van allemaal word ik vrolijk. De ogen van de emoe. Het koppie van de kookaburra. De dikke platte nek van de zwarte slang (die laatste vooral omdat er niemand werd gebeten). Het kangaroejong dat vanuit de buidel van zijn moeder met heldere oogjes naar je staart, zijn achterpoot buitenboord hengelend. Ik ben nog niet weg en ik wil nu alweer terug. Opeens begrijp ik waarom je met groot plezier vier uur op een plek stil kunt blijven zitten voor een foto van een beest dat jou nog liever mijdt dan de builenbest.
Al die foto's wil ik allemaal tegelijk op het blog gooien! Grapje. Ik zal het doseren. Deze foto's zijn gemaakt in Coolendel, een kampeerplaats die je alleen bereikt na een lange kronkelende en tamelijk stoffige tocht door de bossen. Volgens onze gastheer Rob hebben de campinghouders halverwege de bewoonde wereld en de camping een bordje neergezet met de tekst: "Don't despair. You're almost there!". Dat heb ik echter gemist, waarschijnlijk door de stofwolken waar we doorheen ploegden.
Maar het water van de Shoalhaven rivier was heerlijk koel. De mensen die zich op de achtergrond van de eerste foto vermaken met van een rots in het water springen, beseften niet dat ze een bijzonder publiek hebben. En ik wist niet dat die beestjes (hoe noemen we ze?) uitstekend konden zwemmen, maar ze peddelden zelf ook door het water met het koppie fier omhoog.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten