Dit jaar tomaten

De handleiding was omvangrijk en van de hoeveelheid onderdelen werd je scheel. Maar we zijn al gevorderd tot bladzijde 43! 
Het dakraam moet nog en de deur is geassembleerd en kan nu worden ingehangen. De hoekijzers moeten nog verankerd - dus vier gaten graven en beton storten. En dan: tomaten zaaien!

Ben ik goed in beeld?

Zondag klusdag. Terwijl Jozefien vast staat om geborsteld en gewassen te worden, komt Anco een kijkje nemen. Want Anco is - net als Jozefien trouwens - heel nieuwsgierig en wil overal met zijn snufferd op de eerste rij staan. Hij doet me hier aan die pianist denken, Jan Vayne. Alleen is die blond. En is hij waarschijnlijk muzikaler.

In de bak aan de bak. Ging prima.

2 Dier te water


Bij het inspannen van een paardendubbelspan is het gevaarlijke moment dit: de paarden staan al vast aan de kar, maar de teugels zijn nog niet vastgemaakt. Eigenlijk moeten eerst de teugels, dan pas aan de kar vast. Eigenlijk. Sinds gisteren laten we dat woord voortaan weg.

Anco en Hayke stonden voor de kar, voor een hek, achter de boerderij. En toen de teugels werden vastgemaakt, gingen ze er vandoor. Er was geen duidelijke aanleiding voor. Er gebeurde niets engs. Het ging van de ene seconde - goed te houden - naar de andere - niet meer te houden. Ze schampten langs het hek, draafden langs de stallen naar de picknicktafel. Daar konden ze niet langs. Dus het ging er dwars doorheen. Bij het kippenhok zwenkten ze scherp naar rechts - tussen de nauwe doorgang tussen kippenhok en fruitbomen door. Toen denderden ze in kaarsrechte lijn over het gras naar de vaart en sprongen erin, kar en al.

Ze zwommen wat rond en kwamen terug naar de kant. Moeizaam - ingespannen met een zware kar achter zich die, eenmaal dichter bij de kant, met wielen die wegzakten in de dikke laag modder op de bodem. Ik belde 112 - net als een heleboel buren die gealarmeerd werden door het schreeuwen van Inge.

Er was geen plek om uit het water te komen. De koppen van de paarden net boven water, angstige ogen, wijd opegesperde neusgaten staan op mijn netvlies gegrift. Er waren buren. Zij konden het begeleidingstouw dat aan het halster van Hayke vastzat, vanaf de kant vasthouden. Iemand ontfermde zich over onze mobiele telefoons. Inge sprong in het water om Anco te begeleiden. Een buurman kwam met zijn bootje en toen kon ze van daaruit Anco begeleiden.

Waarheen? De brandweerman zei later dat het 150 meter geweest moet zijn die ze moesten afleggen, worstelend, soms zwemmend, in doodsnood. Langs de tuin van buurman Jos. Daarachter was een soort haventje; één dat niet helemaal beschoeid was. Waar elk geval de brandweer erbij kon.
De kar - helemaal onder water, je zag alleen waar-ie was omdat de zweep nog in de houder zat en recht uit het water omhoog zat - die kar liep daar vast in de dikke modder. Hayke was ongeveer een meter van de kade, Anco stond aan de andere kant naast haar. Ze konden niet meer verder. De kar zat te diep in de modder. Inge was weer in het water gesprongen om te proberen de strengen los te maken. De paarden moesten los van de kar. Dat lukte niet. Ik sprong in het water om het andere paard vast te pakken. Zo kon een buurman het touw van Hayke weer pakken. Want dat was losgeraakt toen ze de haven instommelden. Geloof ik.

Inmiddels was de brandweer gearriveerd. Dat hebben ze heel snel gedaan, geloof ik, maar het voelde heel lang. En zij moesten weer eerst de situatie bekijken en beoordelen, terwijl wij alleen maar wilden dat ze IETS DEDEN: de paarden redden. Later vertelden ze, dat zij zich weer net zoveel zorgen maakten om die twee vrouwen in het koude water. En dat zagen wij weer niet. De strengen waarmee de paarden aan de kar vastzaten, zijn van leer zo dik dat je ze, ook met gekartelde messen, niet doorkrijgt. Inge heeft met heel veel moeite de twee strengen van Anco losgegespt. Daarvoor moest ze met haar kop onder water, want haar armen waren te kort.  Daarna werd ze uit het water gehesen door de buren. Anco was los. Hij werd langs de kant naar de lage oever gesleept en kwam uit het water. Afgevoerd naar de stal door vriendelijke handen.


Ik bleef bij Hayke in het water. Ze was zo moe, zo bang. Ze moest volhouden. Toen trok de brandweercommandant zijn kleren uit en sprong erin om Hayke los te maken. Uiteindelijk kreeg hij Hayke los, ook met zijn kop onder water. De arme man, het was ontzettend koud. Het was zo moeilijk omdat er heel veel spanning op de strengen stond - die kar hing eraan.  Maar op ene gegeven moment was dat even iets minder en heeft Siep de brandweerman de gespen losgekregen. Met moed, beleid en een paar harde trappen. Voor zover je dat kunt in het koude water met je blote voeten. Hayke was los.

Ze kwam veel moeilijker uit het water, want ze was uitgeput. Ze heeft minutenlang half op de kant, half in het water gehangen omdat ze geen kracht meer had. Met haar benen raar onder haar. Ze hebben haar eruit gekregen. Ik heb niet gezien hoe, want ik was inmiddels ook uit het water gehesen. Er waren handdoeken van buren, en ik werd naar de douche gestuurd door een lieve buurvrouw die me ook een deken gaf. Later hoorde ik dat ze Hayke met twaalf man - brandweer en buren - op de kant hebben gesjord. Met een brandslang achter haar billen als trektouw.

Anco stond ondertussen in zijn stal te rillen. Ik heb hem een deken omgedaan en een lieve buurman gaf hem wortels, die hij begon te eten. Toen douchen. En trillen. Ik had weer dikke droge kleren aan en Inge kwam ook douchen, dus ik weer naar de paarden. Die werden warm afgespoten door brandweerlieden en aardige buurjongens en een doortastende jonge vrouw die - hoorde ik later - bij de vrijwillige brandweer in Heeg zat. Dat was allemaal heel fijn.

De paarden droogden snel - we hebben ze een aantal keren nieuwe fleecedekens opgedaan. Ze hadden een paar kleine snijwondjes. Hayke had last van haar rechterknie. Ze zullen wel flink stijf zijn vandaag. Ik in elk geval wel. Vanmiddag gaan we voorzichtig weer in het dubbelspan rijden. In de manege. Als ze er dan vandoor gaan, kunnen ze n elk geval nergens heen. En vanaf nu gaan éérst de teugels eraan. Daarna wordt het tuig pas aan de kar vastgemaakt.Als ze dan gekke dingen doen, kun je tenminste sturen en remmen.

Wat hebben we fantastische buren. Aukje en Kees en Jos en Mieke en Barry en Marcel en Hylke en acht man (en vrouw) van de brandweer. Want ben ik blij met de vrijwillige brandweer. Wat een helden! Zonder hen waren Anco en Hayke nu dood geweest.

Kiezen


Het wrak is na jaren geruimd en het kind is met het badwater weggegooid (samen met allerlei groeisels uit de diepzee van het aquarium naast mijn bed.
Wat rest zijn deze twee foto's. Eén ervan hoort in deze serie (Mz. Boop's Concise Guide to Suitable Occupations for Girls). Maar welke van de twee past daar het beste bij?
Eerst maar eens een nachtje over slapen. Voor het eerst zonder het gezellige geluid van opstijgende luchtbelletjes naast mijn hoofdkussen. 

Een hek. In het kader van de lieve vrede.

Paarden laat je met rust...

Jozefien is lief voor mensen - al luistert ze voor geen meter - maar op de kinderboerderij is ze enorm verwend. Jozefien weet niet wat 'nee' betekent. Of ze weet het wel maar het interesseert haar niet. Ze heeft geen respect voor anderen. Ze baast enorm over Willy Drie (die al enkele keren geprobeerd heeft om over de halve staldeur te springen om aan haar te ontsnappen). Tot onze verbazing probeerde ze zelfs om Melvin te intimideren.

Dat was natuurlijk een vergissing - Melvin tolereert dat niet. En toen Jozefien hem lastig bleef vallen, gaf hij haar een paar flinke trappen. Na de tweede lading leek Jozefien de boodschap te hebben begrepen: paarden laat je met rust.

Weer thuis / Back home

Na 30 uur in continu in vliegtuigen en luchthavens (als ik nog 1 winkel met Gucci/Whiskey/ electronica/souvenirs (kangaroes, batik of waterpijpen) zie ga ik gillen) - zijn we weer thuis.

Je weet dat alles weer is zoals het moet zijn als je uit de auto stapt en de honden uitzinnig blij zijn en de katten je negeren.

Maar uiteindelijk ligt de Chick tevreden snorrend op mijn schoot. De orde der dingen is hersteld. We zijn weer thuis.

Bye Bye Sydney

Gisteravond gedineerd in de Oyster Bar aan Circular Quay, met uitzicht op Harbour Bridge. Die is vanwege de feestdagen opgetuigd met feestelijke led-lichtjes. Naarmate de duisternis viel gingen er steeds meer lampjes aan.

Dit beeld vond ik een van de aardigste: het Oog, dat als het oog van Sauron dat vanaf de Doemberg de wereld bespeurt op zoek naar De Ring. Maar hier in het vriendelijke, natuurlijk.

Wij hebben alles ingepakt en op de valreep improviserend nog een Ottolenghi-esque knoflooktaart gebakken. Die gaan we met z'n allen opeten en dan brengt onze gastfamilie ons naar het vliegveld. Via Melbourne en Dubai terug naar Amsterdam.

Gedierte (5)




Terwijl de Hensjes zich vermaakten in de Shoalhaven rivier, zat ik op mijn hurken bij een grote witte steen. De kikker die wegsprong toen ik aan kwam lopen had precies de kleur van de die steen. Maar toen hij in het water sprong, kleurde hij mee met de achtergrond en werd hij groenig bruin. Of het kwam doordat hij nat werd of doordat hij zelf ook van kleur veranderde weet ik niet. Er was nauwelijks tijd om hem te bekijken want hij zocht meteen dekking onder steen.

Toen begon het Grote Wachten. De kikker ging zo op in zijn omgeving dat ik af en toe twijfelde of hij er nog wel zat. Tot hij na een minuut of tien bewoog (zo lang is dat Grote Wachten dus ook weer niet, maar het voelt lang als je op je hurken zit). Uiteindelijk kwam hij weer tevoorschijn en toonde zijn prachtige gouden oogleden.

Nieuwjaar in Sydney

Happy New Year from Down Under

Gedierte (3)






In de categorie Vogels wint hij het qua persoonlijkheid van alle andere, zelfs van de kookaburra: de emoe. Na de struisvogel is de emoe de grootste nog levende vogelsoort en de grootste van Australië. De foto's hierboven zijn van dierentuin emoes, die bliksemsnel - en ik bedoel echt: bliksemsnel! - de door de dierentuin speciaal hiervoor aangeboden biscuitjes uit je handen rukten. Die ogen! Die doordringende blik waarmee ze je aankijken en die lijken te zeggen: ik ken jou soort. Pas op. Ik hou je in het snotje. Pas op.

Maar we hebben ook een emoe in het wild gezien. In Western Australia, in Nambung National Park. Daar is een gebied dat de Pinnacles heet en vol staat met formaties van kalksteen (limestone). Heel mooi en een tikje surrealistisch. Tegen zonsondergang rende er opeens een emoe door het beeld. Heel hard, met grote stappen. Ik denk niet dat die voor een biscuitje zelfs maar zou afremmen.

Gedierte (2)





Bushwalking 40 km ten zuiden van Bradwood, tussen The Big Hole en Marble Arch. Inge liep voorop, ik liep achter haar. Tussen ons in glipte deze slang over het pad en nestelde zich in een bosje hoog dik gras, alwaar hij ons met oplettende glimoogjes waakzaam observeerde. Wij liepen voorzichtig en in een wijde boog om hem heen en bekeken hem van veilige afstand. De slang keek terug met pientere oogjes en een platte nek. Hij was prachtig en doodeng. Na een tijdje gleed hij over het pad het bos weer in. Ik schat dat hij tussen de 1,2 en 1,5 meter lang was, maar dat heb ik, lafaard, niet kunnen verifieren.

De discussie over wat voor slang dit kan zijn, is nog niet afgesloten: Redbelly Black, (very dark) Brown Snake of iets cobra-achtigs - allemaal tamelijk dodelijk als je niet binnen enkele uren de juiste medische hulp krijgt. Ik droom er niet meer van, maar ik merk dat ik opeens buitengewoon sterk reageer alert ben op alles wat maar een beetje een slang-achtige vorm heeft.

Update: Ik stuurde de foto's ook naar Lawrie, een ranger die we ontmoeten toen we de Wombeyan Caves in de Blue Maintains bezochten. Hij mailde mij vanochtend terug: 'the snake is the RED BELLY BLACK snake (pseudechis porphyriacus) a common snake around water courses. This snake is a mature individual.'



Best Regards Lawrie



Wombeyan Caves

Kanangra Area

Blue Mountains Region

National Parks and Wildlife Service




Gedierte (4)



En dan is er nog de kangoeroe. Deze wonen niet in een dierentuin, maar echt wild zou ik ze ook niet noemen. Ze houden zich graag op in de buurt van campings - daar valt regelmatig het een en ander te bikken. Als je de afwas 's nachts voor de tent laat staan, doen ze graag de pannen voor je.

Gedierte (1)




Na een maand Australie zit onze tijd er bijna op. Het moment valt bijna samen met de jaarwisseling - dat schreeuwt om contemplatie. Vooruit dan maar. Een van de meest bijzondere aspecten van dit land, dit continent - behalve dat er heel veel erg aardige mensen wonen - zijn de dieren die er leven.

Als ik de eindeloze reeks foto's van de afgelopen weken bekijk, maken vooral de dieren indruk. Sommige foto's zijn van acceptabele kwaliteit, andere helemaal niet - waarom zoeken wombat en possum niet overdag naar eten? Maar van allemaal word ik vrolijk. De ogen van de emoe. Het koppie van de kookaburra. De dikke platte nek van de zwarte slang (die laatste vooral omdat er niemand werd gebeten). Het kangaroejong dat vanuit de buidel van zijn moeder met heldere oogjes naar je staart, zijn achterpoot buitenboord hengelend. Ik ben nog niet weg en ik wil nu alweer terug. Opeens begrijp ik waarom je met groot plezier vier uur op een plek stil kunt blijven zitten voor een foto van een beest dat jou nog liever mijdt dan de builenbest.

Al die foto's wil ik allemaal tegelijk op het blog gooien! Grapje. Ik zal het doseren. Deze foto's zijn gemaakt in Coolendel, een kampeerplaats die je alleen bereikt na een lange kronkelende en tamelijk stoffige tocht door de bossen. Volgens onze gastheer Rob hebben de campinghouders halverwege de bewoonde wereld en de camping een bordje neergezet met de tekst: "Don't despair. You're almost there!". Dat heb ik echter gemist, waarschijnlijk door de stofwolken waar we doorheen ploegden.

Maar het water van de Shoalhaven rivier was heerlijk koel. De mensen die zich op de achtergrond van de eerste foto vermaken met van een rots in het water springen, beseften niet dat ze een bijzonder publiek hebben. En ik wist niet dat die beestjes (hoe noemen we ze?) uitstekend konden zwemmen, maar ze peddelden zelf ook door het water met het koppie fier omhoog.

Gekko!

En 's avonds bij het tandenpoetsen kleefde hij opeens als een vlieg tegen de muur, of als een kunstgebit tegen een gehemelte of als Geert Wilders aan opspraak: de badkamergekko!

Sydney Harbour Bridge

Vis! Vis! VIS! Ik wil visje! Kindje meeuw eist bij ouder meeuw wat het altijd heeft gekregen. En ik krijg wat ik wil: de  perfecte voorgrond bij Harbour Bridge.

Bush

Dit is de familie Hens te Paard! Gezien de verschillende niveaus (varierend van Totale Beginner tot Zeer Gevorderde) waren er ook verschillende soorten paarden ter beschikking gesteld: van Sloom via Beetje Lui tot Beperkt Lobotomoos.

Ja, het regende - als wij ergens komen gaat het prompt regenen - de paden waren glad en stenig en soms erg steil.  De paarden hadden dus sowieso groot gelijk en wij hebben ze zo min mogelijk tegengewerkt. Het was een prachtige bosrit met, door die regen ook geen last van stof. Bofkonten, dat zijn we.

Die planten rechts zijn echt fantastisch! Meters hoog. Stel je ook allerlei vogeltjes voor die op top speed tussen de stammen door keilden. En cicades. Heel veel cicades.

Achtertuin

De achtertuin heeft een vijver waar zelfs wel eens een leguaan een voetenbad neemt. Daarachter loopt de tuin door, om te eindigen bij een rotswand die steil naar beneden gaat. Onder in het ravijn kabbelt een beekje. Het is hier zomer, er staat maar een klein beetje water in. 
Zojuist vloog een kaketoe (hoe schrijf je dat eigenlijk?) krijsend over. Wat maken die beesten een rotherrie! 
De kukaburra klinkt leuker: een schaterlach in je achtertuin. 

Koalaknuffelen 2

'S lands wijs, 's lands eer. In Friesland knuffelt men koeien. In Australie koala's.

Ze vindt alles best zolang zij maar eucalyptusblaadjes kan eten. Dit is Leah: twee jaar oud en drie kilo  licht. Ze woont in Gorge Wildlife Park in Cuddly Creek. 

Koalaknuffelen 1

X-mas Parade in Kalgoorlie

Kalgoorlie is een mijnstadje en dat willen ze weten ook. Iedereen loopt en rijdt mee in de jaarlijkse Kerstoptocht (van kleuter tot bejaaarde) maar het Piece de Resistanceis de onwaarschijnlijk grote truck die hier in de mijn wordt gebruikt. Deze ' Super Pit' is de grootste open mijn ter wereld en alles is er Onwaarschijnlijk veel en Onwaarschijnlijk  groot. De monstertruck - netjes gewassen voor de gelegenheid - heeft wielen waarvan de as net boven mijn hoofd uitkomt. Hij is roze geverfd uit solidariteit met Breast Cancer Awareness - een luid en duidelijk signaal lijkt me. 

De truck ging stapvoets, als hekensluiter van de optocht. En bijna aan het eind stopte de chauffeur en deed de bak omhoog. Het leverde hem een luid applaus op van ons, omstanders. En wij kregen er een mooi fotomomentje voor terug. Als je tenminste ver genoeg van de monstertruck afstond om het hele ding on beeld te krijgen.