Verrassing


Donderdag, Dorpstraat ons Dorpdag. Vandaag is dat boodschappen in Apeldoorn: Leesbril brengen bij de opticien en een uur later weer ophalen, nu met de nieuwe glazen, drie nieuwe broeken scoren voor mijn vader bij De Oranjerie. Dan weer terug, even babbelen over het aanstaand uitje van mijn moeder naar Jagtlust en het is alweer vijf uur. Ik sta op om weer naar huis te gaan. Ik loop wat achter op schema.

'Lopen doet een beetje pijn,' zegt mijn vader. Hij begint moeizaam zijn rechterschoen uit te trekken. Dan zijn sok. Ik schrik van de onverwachte donkere plek.
'Hoe lang heb je daar al last?'
'Het doet vandaag pas pijn.'
Bij nadere inspectie van de schoen blijkt een stukje van het tongstuk omgeklapt te zijn. Als de veters gestrikt zijn ontstaat er een hard, puntig stukje dat in de voet drukt.
'Ik denk dat er een pleister op moet,' zegt mijn vader. Mijn moeder heeft nog een stuk hansaplast en wil weten hoeveel pleister ze moet afknippen, nagelschaartje in de aanslag.
'Heb je daar niet eerder last van gehad?' vraag ik.
'Het doet pas vandaag pijn.'
Dat is leven in het heden. Misschien deed het gisteren ook wel pijn, en eergisteren, maar is hij dat vergeten na een prettige schoenloze nacht.

'We doen er nu een pleister op,' zeg ik, 'en dan trek je lekker je pantoffels aan. Ik haal de nogal versleten platte veters uit zijn schoenen, 'dan kun je ze niet meer per ongeluk aantrekken. Waar staan je andere schoenen?'
Achter zijn stoel blijkt een paar te staan. De veters zijn er keurig uitgehaald. 'Daar was een veter van kapot,' zeg mijn vader, 'maar 1 veter heb ik gered.' Hij pakt een ronde veter naast zich op het tafeltje ligt en werpt hem mij toe.
Ik haal een ander ronde veter uit een boventallige schoen van mijn moeder en rijg ze in de veterloze schoenen. Daarna ontdek ik een ander stel zachte suede herenschoenen, met veters, onder de tafel waar hij eet.
'Dit voelt er lekker,' zegt mijn vader tevreden naar zijn pantoffels kijkend, 'wat heb je toch weer zegenrijk werk verricht.'

's Avonds bel ik de verzorging met het verzoek dit zegenrijk werk voort te zetten. De dienstdoende verzorgster belooft er een logboeknotitie van te maken. Ik hoop maar dat ze de voet in het snotje houden.

Viooltjes in Diever

Onderweg van Emmen naar Heerenveen rij ik langs een ANWB-bord dat een afslag naar Diever aangeeft. In Diever hadden oom Piet en tante Mieke een huisje. De laatste keer dat ik Diever bezocht was toen tante Mieke er begraven werd. Zal ik er even langsgaan? Wanneer kom ik nou in Diever?
Vlak voor de weg aftakt geef ik een ruk aan het stuur en ben op weg naar Diever. Dat blijkt dan nog twintig kilometer verderop te liggen (dat was tante Katja nooit overkomen, want die kent de verhoudingen in Nederland, maar aardrijkskunde is nooit mijn sterkste vak geweest). Nu ik eenmaal onderweg ben, ga ik door.
Diever bevindt zich in het epicentrum van een wolkbreuk. De stalletjes van de zomerse markt rondom de kerk hebben hun spullen in veiligheid gebracht in de busjes waarmee ze gekomen zijn en staan onder het canvas te hopen op betere tijden.
Gewapend met paraplu stap ik de begraafplaats op. Ik weet de weg nog. Langs de donkere bomen, naar de verre hoek. Verhuizen is in deze contrei gelukkig een uiterst zeldzaam verschijnsel.
Als ik er ben - het enige graf met lief bloeiende viooltjes - houdt de regen op. Even.

Zeepootjes


In de achttiende eeuw gingen jonge mensen uit bevoorrechte families op reis om hun opvoeding af te ronden: de grote tour. In de eenentwintigste eeuw gaan sommige poezen op reis ten behoeve van een allround educatie.
Chick en Chucky maakten van de week een zeereis - nou ja een tochtje op het Slotermeer. Een kleine stap voor de mens, maar voor het gepoeste een uitdaging van heb-ik-jouw-daar.
C&C waren vrij snel redelijk op hun gemak. Ze verkenden de boot van binnen en buiten, liepen voorzichtig over het gangboord en keken geboeid naar de vogels die op het spiegelgladde water dobberden. Maar toen de boot de steiger naderde, sprongen ze allebei, zonder het aanleggen af te wachten, met een elegante sprong aan land - over zeker een meter water. Om daarna opgewonden heen en weer door de tuin te galopperen. Ja, ze zijn slim genoeg om niet in het water te vallen of natte pootjes te halen. Maar zeerotjes worden het denk ik niet.

Ik Wil Niet Onder De Douche

Feye houdt er niet van dat zijn hoofd nat wordt. Maar bij het rijden van een marathon zijn er hindernissen waarbij paard en wagen onder de douche door moeten. Tot dusverre heeft Feye dat weten te vermijden door simpelweg stokstijf stil te staan. Leuk voor het publiek maar dodelijk voor je plek in het klassement. Nu moet hij leren dat water op je bakkes helemaal niet zo erg is.

Werk Aan De Winkel (3)

Terwijl boekhandel Omta bijna geheel ontmanteld is, wordt er elders in de stad hard gewerkt aan de kasten die straks de nieuwe boekhandel zullen bevolken. In de Westergasfabriek is even ruimte beschikbaar - ideaal om van stapels mdf-platen tientallen kasten te zagen en in elkaar te zetten aan de oostkant, af te zemen aan de noordkant en twee keer te verven aan de westzijde van de Gashouder.
Als alleen leidinggeven en aan supervisie doen is voor de nieuwe eigenaar geen optie. Het is handen uit de mouwen voor boekhandelaar Monique Burger en kasten sjouwen.

Lens & Lichaam

Het kijken is niet meer optimaal, dus wij vervoegen ons bij Villa Optica (v/h Wagenaar Optiek) aan de Korenstraat in Apeldoorn.

Vroeger zat er een opticien in Beekbergen. Ik herinner mij de oude meneer Wagenaar nog wel, een zachtmoedig schriel mannetje dat aan het begin van de Dorpstraat een brillenwinkel annex klokkenzaak had.

Mijn moeder vertelt aan de bijzonder aardige jonge vrouw die haar ogen aan het testen is, dat die meneer Wagenaar z'n echtgenote - een vrouw van Rubensiaanse omvang zonder de sensuele uitstraling - altijd van achter in het huis het winkelgedeelte instapte als haar man even weg moest, iets zoeken in het magazijn, of in het kantoortje. Ze hielp niet in de zaak; ze hield de klant in de gaten. Voor het geval dat.

De aardige opticienne glimlacht vriendelijk. 'Meneer Wagenaar heeft zich zo'n vijf jaar geleden uit de zaak teruggetrokken,' zegt ze.

Mijn moeder heeft maar enkele seconden hoofdrekenen nodig. 'Dat moet dan zijn zoon geweest zijn,' zegt ze. 'Wagenaar junior,' vul ik behulpzaam aan. En voelde mij even heel erg oud.


Werk Aan De Winkel (2)

Achterhaald door technologische ontwikkelingen. Onverwoestbaar.
De kassa verdient een eigen plaatje - het is een monument.
Er is een zakcalculatortje opgeplakt, links onder zijn de knoppen voor 'boeken', 'tijdschriften', 'diversen' en eentje waar het labeltje allang van af is ('boekenbonnen'?). Plakletters met 'Anton Pieck' en 'Rien Poortvliet'.
Er zijn nog 5 knoppen, voor andere categorieën A tot en met F.
En drie metalen laden eronder.
De teller staat weer op nul.

Werk Aan De Winkel


Boekhandel Omta is niet meer.
Toen Anita en Cor Omta namen de zaak in 1997 over van hun (schoon)zus, was de zaak al 35 jaar in handen van de familie. Sinds de bouw van de Bos & Lommerweg - in de jaren 40 - was er op nummer 227 een boekhandel.
Maar eigenaresse Anita gaat zich aan haar studie theologie wijden en Omta wordt ontmanteld, om plaats te maken voor de nieuwe boekhandel van Monique Burger (v/h Island Bookstore in de Westerstraat).
De komende tijd ga ik er af en toe langs om de metamorfose vast te leggen. Dit is de eerste foto: bijna alle boeken zijn weg. En de kaarten ook. En de kasten, de rekken. Voor de partij links komt nog een opkoper. Het is een trieste bedoening, maar Alles Moet Weg.

Klein Leed: Mag Die Pop Weg?


Het is half elf 's ochtends en de telefoon gaat. De manager van Vastgoedbeheermaatschappij Astoria, die een gebouw beheert waar ik regelmatig verkeer.
- 'Hebben jullie soms een pop voor het raam staan?'
- 'Ummm, ja. Dat moet Frederique zijn. Maar die staat niet echt bij het raam.'
- 'Ach, ze heeft een naam? Wat grappig. Nou hebben wij een brief gekregen van jullie overburen, via jullie onderburen die 'm weer naar ons gestuurd hebben. Het is een heel vriendelijke brief, maar ze schrijven dus dat er aan de overkant een pop voor het raam staat die er een beetje eng uitziet. Ze schrikken er telkens van. En ze weten wel dat het om een pop gaat, maar ze kunnen er maar niet aan wennen. En nou vragen ze of die pop weg mag. En dat ze dan graag een doos chocolade komen brengen.'

Ik fiets naar de Vijzelstraat. Het blijkt niet Frederique (die er trouwens niet eng uitziet, al heeft ze geen armen), maar een nieuwe halve paspop te zijn, zonder benen maar met twee armen en een (1) hand, die Ginni nogal pontificaal voor haar raam heeft gezet. Laat ik haar Truusje noemen. Ze oogt inderdaad een beetje creepy.
Als we naar de overkant turen, zien we opeens de Noodkreet op het glas geschreven: 'Mag die pop weg?'
Nooit eerder gezien. Geen idee hoelang dat er al staat.
Truusje verhuist. Benieuwd of er nu een doos chocola gaat komen.

Alle Vogels Vliegen


Maar Onze Vogels moeten er toch een stuk meer moeite voor doen.

Kijken Wie Het Langste Houdt


Het koordje van de schakelaar naar tante Katja's wasmachine Is geknapt en op een rottig plekje. Met kunst en vliegwerk de nylon eindjes aan elkaar geknoopt (met door brandende lucifer gecreëerd anti-slip knopjes) en daarna een gevlochten nylon koordje (in Woudsend te koop voor tien cent per meter) door het nieuw gemaakte lusje gehaald en voilà: het ding kan weer aan- en uitgezet.
'Met een beetje mazzel kan-ie nog wel vijf jaar meegaan,' zeg ik optimistisch.
'Dat wordt dan nog een nek-aan-nek race,' antwoordt tante Katja (hoogbejaard).

Voor Jou Tien Anderen


Dit muisje heb ik gered uit de klauwen van Chucky, die zich - net als zijn zus - tot een ware seriemoordenaar heeft ontpopt. De ene spits- na de andere veldmuis moet eraan geloven. Soms zelfs een vrij grote soort, die ik voor het gemak maar een korenwolf noem. Een beschermde diersoort die in Friesland niet voorkomt. Nee, niet meer.
Gisteren lag er een halve muis op de gang, de andere helft lag een paar meter verderop: uitgebraakt. Sinds die tijd eten ze de muizen niet meer op, maar ze spelen er nog wel mee. Dat is een rotgezicht en af en toe grijp ik dan toch in.
Deze jongeling heb ik uit de klauwen van Chucky gered, terwijl Chick geinteresseerd zat toe te kijken. (De regel is: wie 'm vangt, mag ermee spelen).
De poezen namen mijn ingrijpen laconiek op. Op de achtergrond zijn ze vaag te zien, profiterend van de schaduw van de heg. Als ze willen hebben ze over een paar minuten een andere prooi.

Diep In Mijn Hart Ben Ik Heel Romantisch


Voordat de storm losbarstte was er een mooie zonsondergang. Het is verleidelijk om Chucky een romantisch kattenhart te geven, maar dat heeft-ie natuurlijk niet. Zijn belangstelling geldt niet de fraaie avondhemel maar het maisveld aan de overkant van de sloot met spannende paadjes tussen de mais en talloze beestjes die daar wonen. Ik heb voor de opname een standpunt gekozen waardoor de foto een valsch-romantische indruk geeft.

De Stormbaan



Burmese stadskatten in training op het Friese platteland. Alle hindernissen worden genomen.

Scissor Sisters in Paradiso, Amsterdam

De acoustiek was verschrikkelijk en het concert een stuk ruiger dan je op basis van hun hit "I don't feel like dancing" zou verwachten. Maar de energie was geweldig.
Hieronder een filmpje van de heren en dame (hoewel ze Scissor Sisters heten zit er maar 1 vrouw bij), in een veel luxere aankleding dan gisteren in Paradiso.