Mijn vader koestert een enorme weerzin tegen kleren kopen en heeft de tactiek geperfectioneerd die is gebaseerd op de ijzeren tegeltjeswijsheid dat van uitstel, afstel komt. Zo is volgende week altijd perfect om een nieuwe broek te kopen - deze week is dat nooit.
Maar er staat een feestelijk familie-etentje op stapel in een Michelin-sterrenrestaurant en daar kun je dan dan weer niet echt heen in je alledaagse, versleten kloffie. De kledingsituatie is opeens urgent; van uitstel dreigt opeens geen afstel te komen, en mijn vader ziet zich genoodzaakt om terug vallen op de botte weigering, zich daarbij beroepend op stijfheid na een recente valpartij.
Daar heeft hij dit keer ook wel weer gelijk in. Maar het schiet ook niet op, zo.
Ik met zijn aan de randjes versleten en verder buitengewoon uitgewoonde bruine pak naar Piet Zoomers in de Korenstraat. Mijn eigen persoonlijke aflevering van Are You Being Served?
'Heeft u een pak dat degene past die dit graag draagt?'
'Dat is wel een beetje lastig. Het is misschien beter als meneer zelf meekomt?'
'Helemaal mee eens, maar dat is nu even geen optie.'
'Drie knopen voor, dat zie je niet veel meer, meneer heeft het zeker al een tijdje?'
'Vanaf mijn kinderjaren, meneer. Een nieuwer model is geen bezwaar.'
Achterin de zaak meet de verkoper zorgvuldig de borstbreedte en de mouwlengte en de binnenzijde broek, en pakt dan pakken uit het schap. Steeds grotere maten. Tot er een ongetailleerde maat 29 is die voldoet. Grijsblauw met een streepje. Zondag gaat-ie aan.
Leuk. Goed van je. Kom je donderdag middag op m'n verjaardag?
BeantwoordenVerwijderen