De kaakchirurg had de hechtingen snel en zonder veel ongemak uit mijn tandvlees gepeuterd. Het ziekenhuis ligt (als je heel erg goed kunt gooien) op een steenworp afstand van het Singer Museum in Laren. Ik ging dus de tentoonstelling van schilder Anton Mauve (1838-1888) bekijken.
Het is eigenlijk een halve tentoonstelling; het vroege werk van Mauve is momenteel te zien in Teylers Museum in Haarlem. In het Singer hangen Larense schetsen en schilderijen. Dat betekent veel heidevelden met schapen en nobele boeren in de eenvoudige doch propere keukens van hun pittoreske boerderijtjes. En blakende boerendochters in de moestuin of op de bleek, een lammetje of kalfje voedend.
Het was de eerste keer dat een tentoonstelling van het Singer me een beetje teleurstelde: het is te zoet en te romantisch naar mijn smaak.
Twee werken echter staken er voor mij met kop en schouders bovenuit: De ene met een kudde schapen die met tegen- en strijklicht op de witte wollen ruggetjes naar de schaapskooi terugkeren. De andere staat hierboven: De Mallejan, olie op doek 106,6 x 205,8 cm. Dat is lekker groot: de houtsplinters van de kap spatten bijna in je gezicht, en de mist kun je bijna voelen. Dit schilderij maakte het bezoek de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten